BBB en SGP willen dat abortusklinieken registreren waarom vrouwen kiezen voor een abortus, maar staatssecretaris Karremans (VVD) weigert. Hij noemt zo’n register stigmatiserend en schadelijk: “Het geeft vrouwen het gevoel dat ze zich moeten verantwoorden tegenover de overheid.” Volgens BBB en SGP kan de stijging van het aantal abortussen te maken hebben met de afschaffing van de verplichte bedenktijd, en registratie zou daar meer inzicht in geven. De motie komt in maart in stemming, waarbij de steun van PVV en NSC cruciaal lijkt.
We weten ondertussen wie de SGP is, dus vanuit hun is het geen verrassing. Bij BBB ben ik even het verkiezingsprogramma ingedoken, of ik wellicht clues over het hoofd heb gezien, die hebben geleid tot deze aankomende motie. Onder het kopje medische ethiek staat:“Abortus is een belangrijk recht, maar er moet niet lichtzinnig mee omgegaan worden. Daarom willen we dat er zorgvuldig gekeken wordt naar de termijnen en ontwikkelingen zoals een abortuspil. Daarnaast willen we extra aandacht besteden aan de preventie van ongewenste zwangerschap, specifiek in bepaalde wijken waar abortus gemiddeld vaker voorkomt.”
De suggestie sluimert al: dat abortus soms te makkelijk wordt gevonden. Hoewel hun steun voor de abortuspil opvallend is, verraadt die ene zin—"specifiek in de wijken waar abortus vaker voorkomt"—een onderliggende opvatting over verantwoordelijkheid en keuzes. Niet verrassend dus dat uit de stemwijzer van 2019 blijkt dat ze ook tegen de afschaffing van de verplichte bedenktijd waren.
Van der Plas deelt niet de principiële afwijzing van abortus zoals de SGP, maar benadrukt wel in het Reformatorisch Dagblad, dat we er niet te licht over moeten denken. “Je hebt het wel over het ongeboren leven. Al vanaf het moment van de bevruchting is het leven. Ik vind dat je daar heel voorzichtig mee moet omgaan.” Daarom stemde BBB, net als de SGP, tegen het afschaffen van de beraadtermijn.
“Al vanaf het moment van de bevruchting is het leven.” Kijk, hier wordt het interessant, aangezien in hun partijprogramma onder datzelfde kopje medische ethiek ook dit staat: “Menselijk leven mag niet gemaakt worden (embryo kweek) puur en alleen voor wetenschappelijke doeleinden. BBB wil de huidige regels rondom embryo-onderzoek behouden. Dat wil zeggen dat eventueel overgebleven embryo’s na vruchtbaarheidsbehandelingen na toestemming van de man en vrouw gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld met als doel de kans op een succesvolle IVF-behandeling te verbeteren.”
Nu ga ik uitleggen waarom het verdraaide interessant is. Als leven begint bij conceptie, is IVF een behoorlijk kwaadaardige praktijk als er goed over nadenkt. Bij een IVF-behandeling worden met hormonen meerdere eicellen tot rijping gebracht—meestal tussen de vijf en vijftien per cyclus. Hoeveel precies, hangt af van leeftijd en hoe het lichaam reageert. Na de punctie worden de eicellen in het lab bevrucht, waarna alleen de beste embryo’s overblijven. Eén, soms twee, krijgen een kans in de baarmoeder. De rest? Die kunnen worden ingevroren, als ze tenminste goed genoeg zijn.
Hoeveel eicellen succesvol bevrucht worden, hangt af van meerdere factoren: de kwaliteit van de eicellen en zaadcellen, maar ook de gebruikte techniek. Bij ICSI ligt dat percentage rond de 75%, volgens Brussels IVF. Het Ziekenhuis Oost-Limburg komt uit op zo’n 70% bij zowel IVF als ICSI. Geen exacte wetenschap dus—het blijft afhangen van de omstandigheden en de werkwijze per kliniek. Ga er maar vanuit dat van de 10 eicellen er 7 succesvol zullen zijn.
Als je maar één kind wilt en één of twee embryo’s laat terugplaatsen, heeft invriezen weinig zin—je gaat die embryo’s toch niet gebruiken. Uiteindelijk worden ze vernietigd of ingezet voor onderzoek. In dat scenario sterven voor één kind zo’n vijf à zes potentiële kinderen. Is dat niet vele malen onethischer en lichtzinniger dan één enkele abortus?
De SGP blijft kritisch op IVF. De partij ziet het alleen als een optie binnen een huwelijk tussen man en vrouw en vindt dat álle bevruchte eicellen gebruikt moeten worden—restembryo’s horen daar niet bij. De zorg? De vertechnisering van de voortplanting en het respect voor ‘ongeboren leven’ dat volgens de SGP niet zomaar ‘over’ mag zijn. We kunnen er alles van vinden, maar het is tenminste consequent.
De lijn bij BBB is ideologisch inconsistent. Abortus moet niet lichtzinnig worden opgevat, maar het kweken van embryo’s voor IVF—waarvan er onvermijdelijk een aantal wordt vernietigd—is wél acceptabel. Het leven begint bij conceptie, maar kennelijk hangt de waarde ervan af van de context: ongewenst is betreurenswaardig, maar onbruikbaar is prima. Terwijl de SGP standvastig blijft in haar visie op ‘heilig leven’, balanceert BBB op een dunne koord tussen pragmatisme en principiële uitspraken.
En zo blijft de vraag hangen: wanneer is ongeboren leven heilig, en wanneer is het onderhandelbaar? Bij BBB lijkt het te verschuiven afhankelijk van de situatie. Abortus moet niet te makkelijk, maar embryo’s mogen wel opgeofferd worden voor de kans op nieuw leven. Principes en pragmatiek botsen, en in dat spanningsveld wordt politiek bedreven. Of de motie het haalt, hangt af van PVV en NSC.
Met nog geen idee wat wij moeten verwachten van de PVV, is er al wel reden om bij NSC er niet helemaal gerust onder te zijn. Omtzigt wil harde cijfers over een doemscenario dat dichterbij komt dan gedacht. Bevolkingsprognoses blijken structureel te rooskleurig, terwijl in landen als Spanje en Polen het geboortecijfer al is gekelderd tot 0,7 à 1,2 kinderen per vrouw. Nederland lijkt die kant op te gaan, met potentieel desastreuze gevolgen voor sociale zekerheid, zorg en de economie. Het kan maar zo zijn dat witte vrouwen die te weinig baren opeens in de gaten gehouden moeten worden.
De PVV en abortus: een standpunt dat alle kanten opgaat. Een deel van de fractie stemde vóór het afschaffen van de beraadtermijn, een ander deel tegen. Wilders zelf? Houdt zich stil. Hoewel Fleur Agema abortus niet wil afschaffen, heeft ze in 2011 geprobeerd te knabbelen aan de termijn. In 2012 stelde ze voor dat vrouwen die een abortus ondergaan, de kosten zelf zouden moeten dragen, om zo herhaalde abortussen en onverantwoord seksueel gedrag te ontmoedigen.
Toch heeft zij voor het afschaffen van de bedenktijd gestemd, waar Martin Bosma juist meer neigt naar de Pro-life kant. Ook was Agema als enige van haar fractie voor de abortuspil. Misschien dat ze door de jaren heen haar gedachten heeft veranderd, hoewel het een het ander niet uitsluit. Met zo’n interne verdeeldheid blijft het gissen of de PVV de motie van BBB en SGP over de registratie van abortusmotieven gaat steunen.
Wat hier wringt, is niet alleen de vraag of deze motie erdoor komt, maar wat er werkelijk op het spel staat. De SGP blijft trouw aan haar principe dat al het leven vanaf conceptie beschermd moet worden. BBB beweegt zich echter op een glijdende schaal: abortus moet niet te makkelijk, maar het vernietigen van embryo’s bij IVF wordt geaccepteerd. NSC ziet een demografische crisis opdoemen en zoekt houvast in cijfers, terwijl de PVV nog in nevelen gehuld blijft.
Nu de traditionele golf door de westerse wereld raast, zou dit een uitgelezen moment voor de PVV om die kant op te schuiven. Is dat gedreven door ethiek, pragmatisme of gewoon politieke opportuniteit? Als deze motie doorgaat, is de vraag niet langer óf vrouwen zich moeten verantwoorden over hun keuze, maar welke andere ‘onzichtbare’ keuzes straks op de politieke snijtafel belanden.
Comments