top of page

De 'gewone man' bestaat helemaal niet:

Foto van schrijver: Frame outFrame out

De oude rotten van de PvdA, samengekomen in Utrecht onder de vlag van Rood Vooruit!, bezorgd over de fusie met GroenLinks en het verloren contact met ‘de gewone man’. Ad Melkert en zijn medeveteranen spraken plechtig over soepeler stikstofbeleid, strengere migratie en eerlijkere inkomensverdeling. Mooie woorden, maar laten we eerlijk zijn: de zaal was gevuld met welgestelde grijsaards, mijmerend over vervlogen tijden. En ondertussen? De kiezer, die luistert allang niet meer, want er wordt alleen over hun gepraat in plaats van met hun.


De PvdA-traditie had helemaal niets met dat simplistische idee van ‘de gewone man’. De arbeider? Dat was een brede, diverse groep. De partij draaide juist om solidariteit, niet om karikaturen. Herinner je de campagne nog? "Ooit een normaal mens ontmoet? Beviel dat?" Een slogan van jaren terug toen de Geestelijke Gezondheidszorg op de schop moest. Hoe normaal is iemand in therapie eigenlijk? Het zou meer geaccepteerd moeten zijn, maar aan de 'norm' voldoe je totaal niet.


Verdient de schoonmaker met een migratieachtergrond geen steun, simpelweg omdat hij niet ‘gewoon’ hier is geboren? Moet de alleenstaande vader het dan maar zonder hulp stellen, omdat het ‘gewoon’ is dat moeders de voogdij krijgen? Onzin natuurlijk. Sociaaldemocratie ging altijd om gelijke kansen, niet om wie wel of niet in een stoffig plaatje van ‘de gewone man’ past.


Als er iets is dat ik heb meegenomen uit een streng religieuze opvoeding, dan is het wel dit: ‘normaal doen’ is geen neutrale richtlijn, maar een moreel oordeel. Het gaat niet om aanpassen aan een norm, maar om voldoen aan andermans verwachtingen – en dat is iets heel anders. Taal, daar moet je scherp op zijn. Als ‘de gewone man’ bestaat, dan is er blijkbaar ook een ‘ongewone man’ – degene waar men het liever niet over heeft. Maar wie is dat dan? En vooral: waarom wordt die buiten de discussie gehouden?


De arbeider is niet ‘de gewone man’. De arbeider is juist een veel diversere groep dan de hoogopgeleiden. De kracht van de PvdA lag nooit in het bespelen van een verzonnen ‘gewone man’, maar in het overtuigen van al die ongewone mensen van de sociaaldemocratie. En juist daar ging het mis. De arbeider paste niet meer in het beeld van ‘gewoon,' aangezien deze groep juist enorm veelzijdig is. Gevolg? Nauwelijks nog arbeiders op kieslijsten, amper in gemeenteraden. Een partij die ooit voor hen opkwam, is hen langzaam uit het zicht verloren.


Dus waar blijft de PvdA nu? Nog steeds verdwaald in haar eigen verleden, op zoek naar een gewoonheid die nooit zo heeft bestaan. De arbeider is naast de man met de blauwe overall, ook de schoonmaker, de zorgmedewerker, de pakketbezorger, de docent. Mensen met verschillende achtergronden, verschillende zorgen – maar met dezelfde behoefte aan om mee te tellen. Dat ze mee mogen doen in deze maatschappij. Willen ze die terugwinnen, dan moeten ze stoppen met praten over de kiezer en weer beginnen met luisteren naar hen. Want sociaaldemocratie is geen nostalgisch museumstuk, maar een strijd die nog steeds gevoerd moet worden.


29 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

コメント


bottom of page