top of page

Domrechts als misvatting

Foto van schrijver: Frame outFrame out

Stel je voor: twee denkers in een goed gesprek over speciesisme, het idee dat discriminatie op basis van diersoort vergelijkbaar is met andere vormen van uitsluiting zoals racisme of seksisme. Wat nou als ik uitleg dat dit een aflevering van Café Weltschmerz uit 2016 is waarin Paul Cliteur en Floris van den Berg in gesprek zijn over eco-humanisme?


Kijk, hier ligt een merkwaardige kwestie. Hoe kan het dat wat tegenwoordig als 'domrechts' wordt bestempeld, ooit diepgravende gesprekken voerde die nu als woke zouden worden afgeschilderd? Sander Schimmelpenninck stelt dat veel van wat we ‘domrechts’ noemen slim is, maar zich dom voordoet. Toch schiet deze term tekort. Het probleem is niet hun vermeende domheid, maar eerder hun dogmatiek: een onwrikbaar geloof in hun eigen gelijk, dat weinig ruimte laat voor nuance of tegenargumenten.

Het lijkt wel alsof de strijd tegen dogma’s sommige mensen zelf dogmatisch heeft gemaakt. Het blind geloof in het eigen morele gelijk—of dat nu anti-woke, anti-religieus, of anti-domrechts is—leidt steevast tot een nieuwe vorm van onbuigzaamheid. Een vreemde ironie, zou je zeggen, maar dit lijkt wel het struikelblok van onze tijd.


Terug naar 9/11:

Om dit fenomeen goed te begrijpen, moeten we terug naar 9/11 en de bijna 25 jaar van strijd tegen dogma's die daarop volgden. Stelt u zich de wereld na 9/11 voor. De aanslagen brachten niet enkel kritiek op islamitisch extremisme teweeg, maar wierpen ook een bredere schaduw over religie in het algemeen. Zelfs het christendom moest eraan geloven. Waarom? Omdat de Amerikaanse president, George W. Bush, met overtuiging verklaarde dat God hem zou hebben geroepen om Irak en Afghanistan binnen te vallen. Deze uitspraak, gelekt door de Palestijnse diplomaat Nabil Shaath naar de BBC, liet zien hoe religie niet alleen persoonlijk geloof, maar ook politieke beslissingen kon domineren.


De ironie? Dezelfde mensen die religieuze dogma's aan de kaak stelden, begonnen zelf een bijna religieuze toewijding te ontwikkelen aan het idee dat alle dogma’s slecht zijn. Hoewel Christopher Hitchens voor de oorlog in Irak was, greep hij ook de theocratische tendensen in Amerika aan om felle kritiek te uiten. Zijn boek God is Not Great, was messcherp en richtte zich op alle religies—maar vooral op de instituten die dogmatisch macht uitoefenden.


Tussen 2004 en 2007 volgde een golf van atheïstische bestsellers, met auteurs zoals Sam Harris en Richard Dawkins. Begrijpelijk misschien, gezien de zichtbare impact van extremisme. Maar ook hier kroop het dogma erin: het idee dat álle religie, met name de islam, een bron van gevaar is, werd een onwrikbare overtuiging.


En dan de oorlog in Irak. Het werd haast een bizarre competitie: welke God was nu groter? Wie kon luider "Allahu Akbar" roepen, of sterker beweren dat "Jahweh Elohim" is? Geloof werd in deze tijd niet alleen een bron van troost, maar ook van verdeeldheid, strijd, en uiteindelijk hypocrisie. De kritiek was terecht, maar ze bracht een nieuw probleem met zich mee: het onwrikbare idee dat kritiek op dogma’s nooit zelf dogmatisch kan worden.


Terwijl de kledingwinkels zich vulden met camouflagekleding, een symbolische viering van oorlogsverheerlijking en de maatschappelijke acceptatie van geweld als noodzakelijk kwaad, ontstond er ruimte voor mensen die zich afkeerden tegen deze dogmatiek.


Theo van Gogh, de bekendste hiervan in Nederland, was niet alleen een inspiratiebron voor Pim Fortuyn, maar ook een fervent criticus van de oorlog in Irak. Hij zag deze oorlog als een vorm van westers imperialisme en week daarmee af van prominente atheïsten zoals Christopher Hitchens en Sam Harris, die de oorlog steunden. Ironisch genoeg vertegenwoordigde van Gogh hiermee een standpunt dat tegenwoordig als woke zou worden bestempeld.


Theo van Gogh:

Theo van Gogh was echter geen kind van de jaren zestig, zoals vaak wordt beweerd, maar eerder een erfgenaam van een rechtse, anti-moralistische traditie. Net als W.F. Hermans en Gerard Reve combineerde hij scherpe polemiek met provocatie. Zijn kritiek richtte zich op de progressieve moraal en religieuze elites, maar ook zijn nihilisme droeg een dogmatisch karakter. Voor van Gogh was idealisme niets meer dan naïef geklets of een masker voor verborgen agenda’s. Hij zag zichzelf als een predikant van het nihilisme, een wereldbeeld dat empathie en idealisme als hypocriet beschouwde.


Hier begint een interessante parallel met de term 'domrechts,' zoals Sander Schimmelpenninck die gebruikt. Waar van Gogh zich fel afzette tegen progressieven, deed hij dat met een intellectuele scherpte die verre van dom was, maar wel onwrikbaar dogmatisch. Zijn nihilistische wereldbeeld bood weinig ruimte voor de mogelijkheid dat progressieve idealen oprechte pogingen konden zijn om de wereld te verbeteren. Hetzelfde kan gezegd worden over veel van de kritiek die tegenwoordig uit rechtse hoek komt: niet dom, maar onwrikbaar in de overtuiging dat progressieve ideeën per definitie hypocriet of schadelijk zijn. Door dit te onderschatten met termen zoals ‘domrechts,’ missen we de strategische en intellectuele diepgang die hier vaak achter schuilt.


Hoewel de huidige term woke nog uitgevonden moest worden, was van Gogh een pionier op het bekritiseren van progressieven. Progressieve mensen die zochten naar zingeving waren schijnheilige deugmenschen, die zich veel beter voordoen dan ze zijn. Deugen is eigenlijk gewoon sarcastische vertaling van virtue signalling. Jij deugt eigenlijk totaal niet, en bent op zijn positiefst geen haar beter. U begrijpt wel waarom zijn woorden weerklank vonden bij geloofsverlaters. Zij hadden immers al eens de last van dogma’s van zich afgeworpen en wilden zich niet opnieuw laten ketenen door een nieuw evangelie uit de linkse kerk. Dan moeten ze straks voor het zingen de linkse kerk uit, als ze in die vertrutting nog een beetje mens willen zijn.


Bij deze mensen sloeg het ook aan ‘dat jij niet het recht hebt om beledigd te zijn,’ want hoe orthodoxer het geloof was waar ze uitkwamen, des te langer de tenen vaak. Het is te makkelijk om altijd maar te zeggen: 'Ach, stel je niet zo aan, je hebt geen recht om beledigd te zijn.' Maar pas op! Dit mag geen vrijbrief worden voor pestkoppen en schreeuwlelijkerds om anderen bewust te kwetsen. Stel je voor, zo'n etterbak op het schoolplein die tegen de juf zegt: 'Ja, Timmy moet maar wat dikker vel kweken, hoor!' Dat zou toch te gek voor woorden zijn? 


Sander Schimmelpenninck’s term 'domrechts' zou in dit geval tekortschieten. Van Gogh’s kritiek was niet dom, maar dogmatisch. En juist dat dogmatische karakter is wat hem soms in dezelfde valkuil deed belanden als de progressieven die hij bekritiseerde. Het gemak waarmee progressieve intenties werden afgedaan als hypocriet lijkt immers sterk op het gemak waarmee men tegenwoordig rechtse kritiek wegzet als dom. In beide gevallen worden complexe vraagstukken gereduceerd tot simpele, vaststaande narratieven.


Helaas weten we niet hoe van Gogh zich verder ontwikkeld zou hebben, aangezien hij in 2004 werd vermoord door Mohammed B. Dat was de tijd waarin Paul Cliteur steeds bekender werd als criticus van religie en dogma’s met zijn bundel columns: ‘God houdt niet van Vrijzinnigheid’ Floris van den Berg voegde zich later bij dit debat met zijn boek Hoe komen wij van religie af? Toch blijft de paradox bestaan: de strijd tegen dogma’s kan zelf een dogma worden. En dat was een les die van Gogh misschien nog te leren had—net zoals wij die misschien kunnen leren door minder snel naar termen zoals 'domrechts' te grijpen, en meer oog te hebben voor de intellectuele complexiteit en dogmatische valkuilen aan alle kanten van het debat.


New Atheism:

Hoewel de four horsemen van het atheïsme Richard Dawkins, Sam Harris, Christopher Hitchens en Daniel Dennett geen actieve nihilisten zijn, lossen zij ook het nihilisme probleem niet op dat het einde van geloof veroorzaakt. God is dood! Ok, en nu? Antitheïsme dat het nihilisme nog steeds niet oplost, maar gewoon militant atheïsme is. Paul Cliteur lijkt hetzelfde probleem te hebben. Iemand die eerst vanwege zijn rechtsfilosofie over dieren werd geciteerd door GroenLinks, glijdt nu af als een bange, xenofobische man. Ergens was hij dat altijd al, maar blijkbaar heeft dit de overhand genomen. Floris van den Berg heeft zo zijn ideeën, en hij zet stevig in op waarden als gelijkheid, compassie en respect voor al wat leeft. Maar waar hij op hamert, is dat die waarden niet uit een of ander religieus boekje komen, maar uit het gezonde verstand en de wetenschap. Toch rijst de vraag – en dat mag best gezegd worden – welke van die waarden we echt universeel kunnen noemen. Want ja, er zijn wel principes waar iedereen het over eens lijkt, zoals "niet doden of stelen". Maar als puntje bij paaltje komt, moeten we eerlijk blijven: welke waarden gelden nu werkelijk voor iedereen? Dat blijft een discussie waard.


Pim Fortuyn probeerde dit probleem te omzeilen met ‘christelijke normen en waarden,’ een intellectueel luie oplossing die de weg vrijmaakte voor ‘cultuurchristendom.’ Doe alsof God bestaat, zodat het duidelijk is dat je geen moslim bent. Maar deze aanpak is in wezen een nieuw dogma, gebouwd op het idee dat een gedeeld cultureel verleden genoeg is om zingeving te bieden. Dat is een gemakkelijke uitweg die het echte existentiële vraagstuk—hoe we betekenis vinden zonder God—niet aanpakt. Het is dan ook geen verrassing dat felle atheïsten zoals Zihni Özdil en Ayaan Hirsi Ali zich hebben bekeerd tot het christendom. Als je het interview van Alex O’Connor met Hirsi Ali terugkijkt, zie je dat haar bekering voortkwam uit een persoonlijke crisis van nihilisme, een pijnlijke botsing met de leegte die antitheïsme achterlaat.


Het is verleidelijk om cultuurchristendom en de heropleving van conservatieve waarden weg te zetten als oppervlakkig of dom, maar in werkelijkheid schuilt hier een diep dogmatisch karakter. Dit zijn geen spontane uitingen van nostalgie, maar strategische pogingen om een nieuwe vorm van identiteit en zingeving te construeren. Het probleem is niet de domheid, maar de rigiditeit waarmee deze ideeën worden vastgehouden. Net zoals Schimmelpenninck stelt dat ‘domrechts’ vaak slim is, maar dom doet, zien we hier hetzelfde patroon: een slimme maar simplistische reactie op de complexiteit van modern nihilisme.


Hoe los je nihilisme op?

Hoe hebben anderen het nihilisme benaderd? Anton LaVey, oprichter van de Satanische Kerk, stelde dat de goden die wij aanbidden eigenlijk een projectie zijn van onszelf. Volgens hem schuilt in die erkenning onze scheppingskracht: we kunnen zelf betekenis en zingeving creëren, maar ook meer dan dat. Friedrich Nietzsche nam een andere route: actief nihilisme. Hij zag in dat, juist omdat niets intrinsieke waarde heeft, we zelf mogen bepalen wat voor ons belangrijk is. Daarmee zette hij zich af tegen verstikkende dogma’s en vond hij vreugde in schoonheid, kunst en muziek.


De ironie is dat veel van de moderne reacties op nihilisme, of dat nu cultuurchristendom is of de terugkeer naar conservatieve waarden, niet echt afrekenen met de dogma’s die Nietzsche en LaVey probeerden te doorbreken. Sterker nog, deze reacties creëren vaak nieuwe dogma’s: het idee dat zingeving alleen mogelijk is door terug te keren naar het verleden van jouw eigen ouders.


Het nieuwe atheïsme lijkt echter weinig lering te hebben getrokken. In plaats van een innerlijke zoektocht naar wat werkelijk van waarde is, hield men liever een wapen zonder kogels tegen het hoofd: kritiek op religie zonder een alternatief te bieden. Zelfs Paul Cliteur, die de verlichting toeschrijft aan het christendom, lijkt vast te houden aan een dogma dat christelijke waarden onmisbaar zijn voor een vrije samenleving. Dat is jammer, want juist in de zoektocht naar zingeving zonder dogma’s schuilt de sleutel tot echte bevrijding.


Elevatorgate en het begin van anti-woke:

Deze spanningen schiepen de ruimte voor gebeurtenissen zoals Elevatorgate in 2011. Rebecca Watson deelde haar ongemak over een situatie in een lift, waar een man haar ‘s nachts vroeg om een kop koffie bij hem thuis te drinken. Uiteraard moest er een kant gekozen worden. Wat voor de een hysterie was, was voor de ander bevestiging van diepgeworteld seksisme in de atheïstische gemeenschap. Dit soort verhitte reacties toont hoe snel standpunten tegenwoordig verharden tot onwrikbare dogma’s. Alles was gebaseerd op niet geloven in God, maar er was geen eensgezind moreel framewerk. Hier zagen we hoe een moment in een lift uitgroeide tot een culturele strijd, waarin beide kampen zich ingroeven in hun eigen gelijk. Het maakt duidelijk dat de kloof tussen mensen niet alleen fysiek, maar ook ideologisch is. En die ideologische strijd moest natuurlijk gevonden worden in de cultuur om ons heen. 


Waar sommigen seksisme wilden bespreken in gaming en media, met soms goede en soms met slechte voorbeelden, was de andere groep dit aan het ontkrachten en bagatelliseren. Als we later terugkijken hoeveel kopstukken van deze beweging beschuldigd werden van grensoverschrijdend gedrag, lijkt Rebecca Watson met terugwerkende kracht gelijk te hebben. Het is dus niet verbazingwekkingwekkend, dat Gamergate zo in de schoot van het voormalig New Atheism terechtkwam, terwijl tegelijkertijd alt-rechts zich ermee ging bemoeien, waar ik later dieper op in ga. Zij wisten dat gamers, mediacritici en religiecritici helemaal niet klaar waren voor een debat over een etnische cultuurstrijd, en islamkritiek als een opening hadden voor omvolkcomplotten.


Net als bij Theo van Gogh waren veel moderne atheïsten van mening dat de verantwoordelijkheid voor dat ‘het niet beledigd zijn’ volledig ligt bij degene die zich beledigd voelt. Dat was waarschijnlijk ook een opening voor alt-rechts, want waarom zouden wij geen omvolking mogen bespreken? "Het is jouw keuze om beledigd te zijn!" Weet je, het kan mij überhaupt niks meer schelen wat jij voelt. Me ne frego! Als je zegt dat Italiaanse fascisten dit ook deden, doe jij aan framing!


En juist hier ligt de kern van de kritiek op termen zoals ‘domrechts,’ zoals Schimmelpenninck ze gebruikt. Terwijl de term wellicht treffend lijkt, versterkt hij het probleem eerder dan het oplost. Het label ‘domrechts’ negeert de strategische en intellectuele kracht die vaak achter deze bewegingen schuilgaat, en vervangt analyse door simplificatie. 


De Babylonische spraakverwarring over woke:

Hoewel het label woke nog uitgevonden moest worden, druppelden de kritieken op woke en de progressieve beweging al binnen. Laten we even twee definities van woke uitlichten om spraakverwarring te voorkomen. Oorspronkelijk is "woke" een term vanuit de Afro-Amerikaanse gemeenschap, die verwijst naar een bewustzijn van sociale onrechtvaardigheden en ongelijkheden, met name rondom racisme, discriminatie en ongelijkheid. Hoewel men toen sprak over Social Justice Warriors, dat later werd aangeduid met de term woke, is de tweede definitie van woke niet puur ideologisch. Het gaat ook over een stijl van denken die wordt gekenmerkt door wat je zou kunnen noemen de vier paarden van de woke-apocalyps:

  • Obsessie

  • Vertrutting

  • Kleinzerigheid

  • Dogmatiek

En hier is de Babylonische spraakverwarring begonnen. Waar mensen zoals Floris van den Berg obsessie, vertrutting, kleinzerigheid en dogmatiek wilden aankaarten, zagen anderen hierin vooral een afwijzing van terechte kritiek op racisme, seksisme en ongelijkheid. Ironisch genoeg toont dit hoe zelfs een beweging die zich verzet tegen dogma’s zelf in dogmatische reflexen vervalt, nog naast het feit dat antitheïsme op zichzelf een dogmatische overtuiging is.


In de ogen van Theo van Gogh zou Floris van den Berg een enorm deugmensch zijn. Want hoewel Van den Berg scherpe kritiek heeft op dogmatiek, associeert hij woke met dezelfde kenmerken zonder te beseffen dat hij zelf een vorm van woke vertegenwoordigt. Misschien is dat verwarring of ‘domheid’, maar hij lijkt wel een antwoord te hebben gevonden op nihilisme, wat hem onderscheidt van figuren zoals Richard Dawkins en Ayaan Hirsi Ali. Zij hebben de vraag naar zingeving minder goed beantwoord en lijken te zijn beland in een soort chaotische leegte waarin nieuwe dogma’s, zoals anti-woke of cultureel conservatisme, grip krijgen.


Het valt direct op dat atheïsme en nihilisme in de wereld van Jordan Peterson praktisch synoniem zijn geworden. En hoewel zijn band met God vaak ter discussie staat, ‘handelt hij erna alsof God bestaat.’ Dit lijkt een pragmatische oplossing voor de chaos van nihilisme, maar het heeft ook een dogmatisch karakter. Het idee dat cultuurchristendom het enige antwoord is, laat weinig ruimte voor alternatieven en versterkt een nieuwe vorm van morele rigiditeit. 


De opmerkelijke zaak van Milo Yiannopoulos:

Je ziet langzaam maar zeker dat atheïsme op de achtergrond verdwijnt. Veel mensen die zich aansluiten bij niet-progressief atheïsme zijn niet voorbereid op de ideologische debatten waarin ze terechtkomen. In plaats van een rationele keuze lijkt deze verschuiving vaak ingegeven door een dogmatische afkeer van progressieve bewegingen. Gamers, filmcritici, orthodoxe christenen, barbecueënde Henkjes, wasvouwende Ingrids, en zelfs een handvol alt-rechtse types vinden elkaar in hun weerstand, maar missen vaak de inhoudelijke bagage om hun standpunten te onderbouwen.


Figuren als Milo Yiannopoulos en Steve Bannon hebben dat maar al te goed door. Yiannopoulos, die ooit gamers uitmaakte voor losers en beweerde dat het internet mensen in sociopaten veranderde, transformeerde zichzelf tot een voorvechter van conservatieve waarden toen hij zich aansloot bij Breitbart. Volgens Milo Yiannopoulos zou het verbieden van menthol sigaretten racistisch zijn, omdat het zwarte Britten het meest zou raken. Tja, dat zou tegenwoordig als behoorlijk woke gezien worden. Dit alles schreef hij in The Kernel voordat hij door Steve Bannon werd aangenomen. Dat blad is uit de lucht gehaald, maar niets verdwijnt volledig van het internet, en in de bronnen staan de artikelen gearchiveerd.


Het artikel waar hij beweert dat het internet ons in sociopaten verandert, heeft hij wellicht voor Breitbart als handleiding gebruikt. Samenvattend schrijft hij: Waar vroeger fatsoen en respect de norm waren, lijken we nu gevangen in een wereld waar schelden, treiteren en kwetsen de standaard zijn. Mensen schrijven de meest vreselijke dingen, niet langer anoniem, maar gewoon onder hun eigen naam. Het lijkt wel een nieuwe sociopathische norm, waarbij niemand zich meer bekommert om de schade die ze aanrichten. 


De alter ego switch toen Yiannopoulos begon te werken voor Breitbart:

Het moment dat hij bij Breitbart ging werken, leek hij alles te zijn geworden waarvoor hij ons waarschuwde toen hij nog schreef voor The Kernel. Dit is geen domheid, maar een strategische transformatie die inspeelt op bestaande onvrede, en ook verantwoording afschuiven. Je hebt geen verantwoordelijkheid meer rekening met elkaar te houden. De ander heeft alleen de verantwoordelijkheid niet meer gekwetst te zijn. Hoewel er onredelijkheid kan zijn en er mensen zijn met lange tenen, wordt hier bewust een dynamiek van antipathie gecreëerd door ‘domrechts.’ Yiannopoulos was niet voor niets Steve Bannon zijn ‘Golden Boy.’ 


Daarna vervolgt de discussie over cultuurmarxisme en ‘de grote vervanging,’ die vervolgens op gang kwam door aansturing van alt-rechts. Dit zijn termen die strategisch worden ingezet om ideologische tegenstellingen te verharden en een beeld te scheppen van een georganiseerde aanval op westerse waarden. Milo hield zich misschien ‘van de domme,’ maar dat is onderdeel van een bewuste en doortrapte strategie. Die Gamers en Atheïsten wisten überhaupt soms niet dat het Nazitermen waren. En hoe konden het nu Nazitermen zijn? Het zou voor een Joodse homo, die valt op zwarte mannen toch dom zijn om Nazi’s te normaliseren? Oh ja, sinds 2021 beweert hij nu hetero te zijn. 


Niet dom maar doortrapt rechts dus. Neem bijvoorbeeld Milo Yiannopoulos in zijn interview met Joe Rogan in 2015. Hij zei daar letterlijk: ‘Overal waar je geen sterke christelijke wortels vindt, zijn het rotplekken om te vertoeven.’ Joe Rogan was zichtbaar verbaasd, en niet zonder reden. Wat verder opvalt, is dat Milo het christendom koppelt aan seculiere waarden, vergelijkbaar met hoe Pim Fortuyn dat ooit deed. Wat echt in het oog springt, is hoe Steve Bannon samen met Milo Yiannopoulos bewust heeft geprobeerd om alt-rechts beetje bij beetje te normaliseren. En dat in een club die oorspronkelijk atheïstisch van aard was. Hieruit blijkt een strategische slimheid die vaak over het hoofd wordt gezien door termen zoals domrechts. Alles is opgezet zodat een blank puberjong het idee krijgt dat de wereld hem niet zit zitten, en dat hij een giftige man is, die ze eigenlijk uit de weg willen hebben.


Word ‘de boze witte man’ onderdrukt?

Nou, laten we dit eens even nuchter bekijken. Natuurlijk zijn er issues waar witte mannen mee kampen—denk aan zelfmoord, huiselijk geweld en seksuele intimidatie. Hoewel het letsel minder is en vrouwen minder vaak worden gestraft, een van de bronnen verwijst naar een studie dat vrouwen net zo vaak dader zijn in verband met huiselijk geweld als mannen. Dat betekent niet dat elk slachtoffer man is, maar wel dat we moeite hebben om vrouwen te zien als dader. Een ander onderzoek, dat ook vermeld staat in de bronnen, bewijst dat mannen schaamte voelen wanneer zij mishandeld worden door een vrouw. Wat voor een watje ben jij dat jij je laat slaan door een vrouw?


De aantijging werd en is eigenlijk nog steeds, dat het concept dat we tegenwoordig woke noemen, daar geen oog voor zou hebben. En zo ontstond het verhaal dat witte mannen de meest onderdrukte groep zouden zijn, omdat niemand voor ze lobbyt. Dit narratief werd vaak gepresenteerd als een vaststaande waarheid, waarbij kritiek al snel werd afgedaan als onderdeel van een progressieve agenda.


Kijk, je hebt natuurlijk dogmatische feministen die uitsluitend voor vrouwen opkomen. Maar laten we eerlijk zijn: er zijn óók feministen die deze problemen wel degelijk serieus nemen. Alleen ja, die academische term toxic masculinity—die landde niet echt. Begrijpelijk ook, want zonder een heldere definitie klinkt het al gauw alsof je álle mannelijkheid wilt uitbannen. Dit framingprobleem werd echter dankbaar opgepakt door mensen zoals Steve Bannon, die het concept gebruikte om de progressieve beweging als dogmatisch en vijandig jegens mannen neer te zetten. Dit is een briljante, zij het doortrapte, strategie.


En dan die framing. Bannon had al lang en breed een frame bedacht voordat iemand uit de progressieve hoek het goed en wel doorhad. Een frame dat lekker binnenkomt bij Breitbart, waar het verhaal dan keurig wordt omgedraaid. Hier is opnieuw de link met domrechts. Wat we vaak als domheid afdoen, is in werkelijkheid een uiterst strategische manipulatie van publieke sentimenten. Door deze bewegingen te onderschatten met labels zoals domrechts, missen we niet alleen de diepgang van hun strategieën, maar versterken we ook de polarisatie die ze proberen uit te buiten. 


En nog iets: naast alle academische mensen en slimme tactici is dit waarom ik tegen de term 'domrechts' ben. Hoewel Sander Schimmelpenninck aangeeft dat sommigen juist slim zijn, laat dit juist zien hoe strategisch Bannon en Yiannopoulos te werk gingen. Het gebruik van termen zoals ‘Henks en Ingrids’ om een beweging grassroots te laten lijken, is ook een vorm van dogmatisch narratief. Het suggereert een volkse basis, terwijl het werkelijke intellectuele en financiële kapitaal vaak in handen is van goed opgeleide mensen met veel geld.


Hoezo ‘dom?’

Pas sinds het debat niet meer over atheïsme gaat, sluiten Henks en Ingrids zich aan, maar als je de tijdlijn bekijkt, zijn het vooral mensen met academische papieren en diepe zakken die het narratief hebben vormgegeven. Dit is geen toevallige ontwikkeling, maar een doelbewust geconstrueerde ideologie, waarin dogmatiek niet alleen een bijproduct is, maar een essentieel onderdeel van de strategie.


Juist uit onderzoek blijkt dat extreemrechtse ideologieën worden verspreid door een elite, en niet door tokkies. Vier onderzoekers van de Bocconi-universiteit in Milaan en de ETH in Zürich hebben een studie gepubliceerd die interessant is in het licht van het huidige, hysterische anti-immigratiediscours in Europa en die voor een deel de politieke turbulentie verklaart in landen als Frankrijk, Roemenië en Nederland. 


De studie suggereert dat politieke elites anti-immigratie-attitudes kunnen aanwakkeren, zelfs in afwezigheid van economische of culturele bedreigingen. Dit is mogelijk doordat nieuwe bedreigingen, zoals "vol is vol," moeilijker te weerleggen zijn en kiezers vatbaarder maken voor deze framing. Zoals al eerder werd benoemd is hetzelfde gebeurd met toxic masculinity. Er is een heel frame opgezet dat de witte man bedreigd wordt met extinctie en daarom actie moet ondernemen. Het is niet domrechts, want daar is dit alles juist veel te doortrapt voor. Dan lees je domme opmerkingen over dat men eerst een IQ-test moet doen om überhaupt te mogen stemmen, terwijl het niks met congitie te maken heeft.  


Nou, dames en heren, daar staan we dan. Wat we hier zien, is een strategie die zo uitgekookt is dat je bijna zou vergeten dat het niet om de zogenaamde tokkies gaat, maar om een elite die precies weet hoe de hazen lopen. Deze studie toont glashelder aan dat het anti-immigratienarratief niet vanuit de onderkant van de samenleving komt, maar van bovenaf wordt ingevoerd. Een elite die het volk handig weet te bespelen met verhalen over "vol is vol" en andere frames die angst en verdeeldheid zaaien. 


En laten we eerlijk zijn, het is geen kwestie van domheid, zoals sommigen graag roepen. Dit is geen domrechts, dit is geraffineerd. Het is de kunst van het versimpelen, het herhalen, en uiteindelijk het overtuigen. Door het dom te noemen, overschat je jezelf en onderschat je je tegenstander. En daar ligt precies de valkuil.


We moeten wakker blijven, dames en heren, want dit soort framing is geen grapje. Het is doelgericht, het is effectief, en het richt schade aan. En voor wie denkt dat dit vanzelf overwaait: nou, reken er maar niet op. Dit vraagt om tegenwicht, niet om simplistische labels. Laten we daarom nuchter blijven, alert blijven, en vooral scherp blijven. Want uiteindelijk is het de doortraptheid die we moeten doorzien, niet de schijnbare domheid die we eraan toeschrijven. En daarmee is het woord aan u.


Bronnen:

Sander Schimmelpenninck:

De Domheid regeert (2024) van Sander Schimmelpenninck

Paul Cliteur:

God houdt niet van vrijzinnigheid (2004) van Paul Cliteur

Floris van den Berg:Hoe komen wij van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox (2009) van Floris van den Berg

Beter weten: Filosofie van het ecohumanisme (2015) van Floris van den Berg

Het spook van Woke: Een vrolijk vaccin tegen cancel culture, identiteitspolitiek en ander onheil (2023) van Floris van den Berg

Richard Dawkins:

The God delusion/God als misvatting (2006) van Richard Dawkins

Christopher Hitchens:

God Is Not Great: How Religion Poisons Everything (2007) van Christopher Hitchens

Daniel Dennett:

Breaking the Spell: Religion as a Natural Phenomenon (2006) van Daniel Bennett

Sam Harris:

The end of faith (2004) van Sam Harris

Pim Fortuyn:

Ayaan Hirsi Ali:

Zihni Özdil:

Anton LaVey:

The Satanic Bible (1969) van Anton LaVey

Friedrich Nietzsche: 

Die fröhliche Wissenschaft (1882/1887) van Friedrich Nietzsche

Theo van Gogh:

Allah weer het beter van (2003) van Theo van Gogh

Een vrije geest: De wereld van Theo van Gogh" (2010) van Thomas Blom

Rebecca Watson en Elevatorgate:

Mannen problemen:

https://www.breitbart.com/europe/2023/02/18/top-uk-cop-andrew-tate-toxicity-concern-counter-terrorism-policing/ Jordan Peterson: 12 Rules for Life: An Antidote to Chaos (2018) van Jordan Peterson We who wrestle with God: Perceptions of the Divine (2024) van Jordan Peterson

Steve Bannon:

Milo Yiannopoulos:

Hoe extreemrechts aan zijn stemmen komt:


104 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page