Toen ik de vader van mijn kind leerde kennen, was ik nog christen, maar al bezig met mijn deconstructie. Na een Bad Religion concert vertelde ik hem over mijn verleden, maar de radicaliteit leek niet helemaal door te dringen. Hij raadde me Jesus Camp aan om te laten zien hoe extreem het christendom kon zijn. Maar terwijl hij keek, zag hij mij huilen – omdat ik het juist herkende. Dat zag hij niet aankomen.
"Ach, jij hebt vast niet die miniatuurbaby’s als anti-abortuspropaganda gezien," zei hij. Maar dat had ik wel. Ooit was ik een christelijk nationalist die een theocratie nastreefde. Blijkbaar wekte dat respect op, dat ik nu stevige religiekritiek kon verdragen—maar laten we niet afdwalen.
Als iemand die weet hoe gevaarlijk christelijk nationalisme is, ook ivm. vrouwenrechten, heb ik misschien een taak in het onderrichten over anti-abortuspropaganda. Eerst hoe mensen worden klaargestoomd om abortus als babymoord te zien, daarna de hondenfluitjes in het debat.
De schreeuw die nooit klonk:
Op aanraden van een voorganger keek ik op mijn veertiende The Silent Scream, een anti-abortusdocumentaire uit 1984 met een dramatische boodschap. Bernard Nathanson, een voormalige abortusarts die pro-life werd, presenteert een echobeeld waarop een foetus in het eerste trimester lijkt te ‘schreeuwen’ tijdens de ingreep—een aangrijpend, maar misleidend beeld.
De film sloeg aan in conservatieve en religieuze kringen en portretteerde abortus als moord op een kind dat zich verzet. Medische experts spraken dat tegen: een foetus op dat stadium mist de neurologische ontwikkeling om pijn te voelen. Maar in de strijd om de publieke opinie weegt emotie vaak zwaarder dan wetenschap.
Ondertussen is er in 2019 een nieuwe film Unplanned uitgebracht. Een vrouw, een bekering, een missie. Unplanned vertelt het waargebeurde verhaal van Abby Johnson, ooit directeur bij Planned Parenthood, tot ze na een schokkend moment het pro-life kamp omarmt. De film, geproduceerd door pro-life organisaties, werd een hit in conservatieve en religieuze kringen.
Abby Johnson (Ashley Bratcher) leeft een ogenschijnlijk gewoon leven met haar gezin—totdat een oproep uit de kliniek alles verandert. Ze moet assisteren bij een abortus. Op de echobeelden ziet ze, zo beweert de film, een foetus van 13 weken die ‘vlucht’ voor het instrument dat hem zal beëindigen. Een moment dat haar tot tranen brengt. Een moment dat haar hele wereldbeeld op zijn kop zet.
Er is echter één niet te negeren feit. Het zenuwstelsel van een foetus begint zich pas rond week 16 te ontwikkelen, en zelfs bij 24 weken is het hoogst onzeker of er sprake is van pijnbeleving. Laten we het debat dus voeren op basis van feiten, niet van sentiment. Want als er iemand is die het leven respecteert, ben ik het wel. Juist daarom eet ik geen vlees. Als de zaak tegen abortus zo sterk is, waarom moeten we de feiten verdraaien? Je zou toch denken dat de feiten voor zichzelf spreken?
Perfect roze miniatuur baby’tjes:
Misinformatie blijft niet beperkt tot documentaires. Zoals je al las, zijn er ook fysieke materialen die de werkelijkheid verdraaien. Die perfect roze miniatuurbaby’s? Gewoon te bestellen op Christianbooks.com. Dit zie je ook terug in de plaatjes van folders en ander beeldmateriaal. In werkelijkheid krijgt een foetus die kleur pas in het derde trimester. Maar feiten doen er niet toe—emoties wel.
En dus verkoopt men een idyllisch beeld om mensen te overtuigen dat ze baby's redden uit de klauwen van een kwaadaardige industrie. Dit zie je ook terug in het beeldmateriaal, dat Schreeuw om Leven of Civitas Christiana gebruikt, waardoor vrouwen bij de abortuskliniek emotioneel gechanteerd worden.
Het zaadje wordt gepresenteerd als een miniatuurboompje dat met wortel en tak wordt uitgerukt. Natuurlijk zit de potentie van een boom in een zaadje, maar we sluiten niemand op voor het eten van pinda’s, terwijl brandstichting in een boomgaard wél als misdrijf geldt. Net zo vinden we het doden van puppy’s erger dan het afmaken van een volwassen hond—want kwetsbaarheid roept bescherming op. Vandaar dat de kinderen al kleine kwetsbare boompjes moeten zijn.
Foetussen worden mooier voorgesteld dan de werkelijkheid: perfect roze vanaf week 1. Een misleidend, maar effectief beeld. Opvallend genoeg zijn deze poppetjes zelden in Afro-, Arabische of Aziatische varianten te vinden—onze witte baby’s moeten beschermd worden. Waarschijnlijk niet eens bewust, maar wel veelzeggend. Geen wonder dat Civitas Christiana ook tegen migratie is; een bedreiging voor die perfecte, roze ongeboren baby’s.
Schreeuw om Leven focust op abortus en euthanasie, maar blijft neutraal over migratie. Ik benadruk die nuance om zelf geen propaganda te verspreiden in mijn stuk over anti-abortuspropaganda. Opvallend is dat de stichting, opgericht een jaar na The Silent Scream, een vergelijkbare naam draagt. Op hun website wordt bevestigd, dat de naam geïnspireerd is door de film. Weer iets dat gebaseerd is op een leugen, terwijl het niet hoeft.
Waarom Tijs van den Brink en EO door vergelijkbare propaganda de boel afleiden:
Laten we weer terug naar de basis waarom ik begonnen ben met het schrijven van deze artikelen. De EO speelt hier net zo’n listig spel als de bovenstaande voorbeelden. In een artikel op NPORadio1, gepubliceerd onder ‘Nieuws’ – alsof het om bewezen feiten gaat, verwijzen ze naar de podcast De Koningswens.
De podcast telt vijf afleveringen. De eerste twee raken nog een punt: ‘geslachtsspijt’ in een wereld waar alles maakbaar moet zijn, waar sociale media het perfecte modelkind voorschotelen. Ze komen zelfs met het terechte punt, dat veel rijke mensen al embryo's selecteren op basis van geslacht, oogkleur en zelfs IQ. Maar bij aflevering drie slaat de toon om. De verborgen agenda duikt op. Plots is er de gemene ‘abortusindustrie’ die in hun kwaadaardigheid eugenetica zou promoten. Al het ongewenste dat je kan zien op pretecho’s, zou in een toekomstige dystopische wereld worden weggehaald, en dat zou nu al begonnen zijn.
In plaats van de terechte vraag te stellen waarom rijke bekende personen regelmatig voor IVF kiezen, buigt de EO het onderwerp richting abortus. Rijke mensen die ‘modelkinderen’ op bestelling in een lab maken, gaan die niet aborteren, want die kinderen zijn al ontworpen naar hun ideaalbeeld. Dit had een sterke podcast over de moderne maatschappij kunnen zijn, maar de EO koos voor een slinkse anti-abortus boodschap op basis van een zwakke survey. Geen enkele journalist heeft onderzocht of bijvoorbeeld Musk met zijn ‘onhandige armbewegingen’ via IVF op kenmerken heeft geselecteerd, terwijl dat een ondertussen terechte vraag zou zijn – al was het maar om uit te sluiten.
Het is al opvallend dat zijn eerste 6 kinderen geboren zijn als jongen. Een daarvan bleek trans te zijn en heeft ook haar moeders achternaam overgenomen, omdat zij zich niet met haar vader wil associëren. Alleen bij de laatste twee vrouwen zien wij dat er meisjes worden geboren. Ik reken bewust Ashley St.-Clair niet mee, omdat dit nog niet is bevestigd, maar als dit wordt bevestigd, is er een vierde vrouw in beeld.
Nee, natuurlijk moeten we het niet hebben over de rijkste man op aarde, die een Nazigroet maakt, bijna al zijn kinderen heeft verwekt met IVF, en opmerkelijk veel zoons heeft op ‘bijzondere wijze.’ Dat zou veel te veel bij het oorspronkelijke onderwerp passen. We moeten de ‘abortusindustrie’ in een kwaad daglicht zetten op basis van slechte data. Over ‘abortusindustrie’ gesproken, dit is een mooi moment om in te gaan op hondenfluitjes uit de antiabortusbeweging.
De stille taal van pro-life:
Sommige woorden lijken onschuldig, maar in de pro-life beweging zijn ze strategisch geladen. Neem ‘abortusindustrie’—een term die suggereert dat abortus draait om winst, net als medicijnen. Na een stortvloed aan propaganda waar de geesten rijp worden gemaakt om abortus te zien als ‘babymoord,’ wordt dit zo neergezet als de meest kwaadaardige industrie ter wereld. Vraag bewust wat iemand bedoelt met deze term.
Pro-choicers zijn niet pro-keuze, maar simpelweg pro-abortus. Want zodra je pleit voor vrije keuzes rond bevallen of sterilisatie, wordt het ongemakkelijk: te veel argumenten, te veel nuance. Door jou weg te zetten als puur pro-abortus, versmallen ze het debat bewust. Hoor je die term? Grijp meteen in. Maak er een grap van: ‘Pro-abortus? Hoe bedoel je dat? Drie halen, twee betalen?’ Of verbreed direct het gesprek: ‘Pro-choice gaat over veel meer dan abortus.’
"Ik wil niet vrouwen controleren, maar opkomen voor het ongeboren kind" is een klassieker—boordevol hondenfluitjes. De foetus is in deze framing geen pinda met potentie meer, maar een volledige boom, die alleen nog maar verder hoeft uit te groeien. Wie durft zo’n onschuldige boom met wortel en tak uit te roeien? Daarom heet het ‘bescherming van het leven’ en streven ze naar een ‘cultuur van leven.’
Omdat we breinen helemaal overtuigd zijn geraakt dat ze babymoord industrie moeten stoppen, komen met ‘alternatieven voor abortus.’ Dat kan op twee dingen neerkomen:
1. Zelf het kind opvoeden, met of zonder hulp van een organisatie.
2. Ter adoptie stellen of pleegzorg.
Bij punt 1 zijn er organisaties die wel degelijk bereid zijn vrouwen te ondersteunen. Als de financiële situatie de reden is waarom je geen kinderen wil, snap ik dat mensen dit zien als iets goeds. Zij zijn ook bereid te helpen met huisvesting, financiën en benodigdheden om een kind op te voeden, want ‘Vrouwen verdienen beter.’ Ze zijn bijna in feministen veranderd.
We komen alleen op de realiteit dat niet elke vrouw met deze hulp in staat gaat zijn een kind op te voeden, en dan kom je bij punt 2 terecht, namelijk adoptie of pleegzorg. De vraag is in hoeverre je dit een alternatief kan noemen. Hoewel het kind een kans krijgt op een beter leven, 30 procent van de kinderen die na hun eerste verjaardag geadopteerd zijn, heeft een gedesorganiseerde/verstoorde gehechtheidsrelatie. Daarnaast heeft het voor de biologische ouders enorme psychologische gevolgen om zo’n kind af te staan.
Breng dit ter sprake, en de ‘schadelijke effecten van abortus’ worden direct genoemd—win je de jackpot, dan valt onvermijdelijk de term ‘post-abortus syndroom’ (PAS). Klinkt als ‘abortusspijt,’ maar de claim gaat veel verder: een niet-erkende diagnose, vol PTSS-achtige symptomen. Geen serieuze arts neemt het aan, en Trimbos heeft het idee gesloopt, dat abortus het risico op psychische aandoeningen verhoogt, in een studie gepubliceerd in 2018.
Als het niet de moeders zijn met een verzonnen trauma, heb je een enkeling die een abortus overleefd heeft. Melissa Ohden doet regelmatig haar verhaal in pro-life bewegingen. Zij zou geaborteerd zijn toen zij 8 maanden was, en door een verpleegkundige gered zijn, omdat zij tussen het afval een baby hoorde huilen.
Haar verhaal heeft zelfs de BBC gehaald, dus ik ga ervan uit, dat zij geen zwendelaar is. In 1977, in een ziekenhuis in de Amerikaanse staat Iowa, onderging Melissa’s 19-jarige moeder een abortus met een giftige zoutoplossing die vijf dagen duurde. Kortom, ze is dus per ongeluk geboren en we hadden domweg te maken met een levensvatbaar kind, dat in Nederland helemaal niet geaborteerd zou worden. Is dat mysterie ook weer opgelost.
Toch wordt bijvoorbeeld haar verhaal gebruikt om het argument ‘keuzevrijheid voor vrouwen betekent ook keuze voor het kind’ te gebruiken. Je kunt hem ook horen in de variant ‘Zelfbeschikking, maar niet ten koste van een ander.’ Zo keert de anti-abortus beweging het keuzevrijheidsargument om. Daarom moet je ook scherp zijn op abortus overlevenden, aangezien hier geen foetussen worden geaborteerd die levensvatbaar zijn.
Dan komt de echte aap uit de mouw, want ‘een mensenleven begint bij conceptie.’ De pinda is al de boom, en als je een zak leeg eet, heb je een boomgaard verwoest. Hoewel een pinda alles heeft om een boom te worden, en dat op zichzelf al indrukwekkend is, lijkt het mij duidelijk waarom ik geen boomgaard heb verwoest als ik een zak pinda’s leeg eet. Niemand die in twijfel trekt of die pinda leven is. Natuurlijk is het leven. Het heeft de potentie om iets indrukwekkends te worden. Dat betekent niet dat de pinda zelf al de boom is, maar laten we eens voor de grap meegaan in de gedachtegang, dat leven begint bij conceptie, en dat we alles moeten doen om dit te beschermen.
Het gedachte-experiment van Judith Jarvis Thomson:
Stel, je wordt wakker en ontdekt dat je tegen je wil verbonden bent met een beroemde violist die een fatale nierziekte heeft. Niet uit vrije wil, maar omdat artsen besloten dat jij de enige bent die hem kan redden. Negen maanden lang moet hij aan je vastzitten, anders sterft hij. Jouw lichaam als levenslijn—maar ben jij moreel verplicht om dat te accepteren? Heb jij niet iemand vermoord als je loskoppelt?
Judith Jarvis Thomson fileert in A Defense of Abortion (1971) een veelgebruikt anti-abortusargument: dat een foetus vanaf conceptie een persoon is, en dat abortus daarom moreel onaanvaardbaar zou zijn. Zelfs áls een foetus een persoon is, betekent dat nog niet dat zijn recht op leven zwaarder weegt dan het recht van de moeder over haar eigen lichaam. Dat verband wordt zelden goed onderbouwd.
Om dit te illustreren schetst ze een treffend scenario: je wordt wakker en ontdekt dat je onvrijwillig verbonden bent met een beroemde violist die jouw lichaam nodig heeft om te overleven. Negen maanden lang. Het zou nobel zijn om hem te helpen, maar ben je daartoe verplicht? Net zoals niemand je kan dwingen om een leven te redden met je eigen lichaam, kan niemand van een vrouw eisen dat ze een zwangerschap volhoudt. Het recht op leven betekent niet automatisch het recht om andermans lichaam te gebruiken.
Thomson maakt een onderscheid tussen wat moreel wenselijk is en wat moreel afdwingbaar zou moeten zijn. Soms is een abortus misschien onnodig hard, maar dat betekent niet dat de wet vrouwen mag dwingen om ‘goede Samaritanen’ te zijn. Niemand anders wordt verplicht zulke offers te brengen voor een ander. Kortom: lichamelijke autonomie is fundamenteel, en de meeste anti-abortusargumenten gaan daar pijnlijk aan voorbij.
De anti-abortusbeweging leunt op emotie, misleiding en strategische taal. Als hun argumenten zo sterk waren, waarom dan de noodzaak tot manipulatie? Abortus is complex, maar geen enkele andere groep wordt gedwongen hun lichaam op te offeren voor een ander. Geen enkele medische ingreep wordt zo omgeven door framing en schuldgevoel. Feiten zouden voor zich moeten spreken—maar juist die worden keer op keer verdraaid. Als jouw zaak zo sterk is, laat het dan voor zichzelf spreken.
Comments