Laten we meteen met de deur in huis vallen: 'Dit geen aanval op religie, integendeel.' Ik mag dan geen christen meer zijn, maar dit is juist een oproep om de Bijbel écht te lezen—kritisch, eerlijk en in context. Niet om geloof onderuit te halen, maar om beter te begrijpen wat er nu werkelijk staat. Of je nu gelooft of niet, een open blik doet meer recht aan de tekst dan het selectief eruit pikken wat toevallig in een bepaald wereldbeeld past.
Natuurlijk snap ik waarom mensen tegen abortus zijn. Ik ben zelf grootgebracht met het idee dat het moord is, dat ongeboren leven heilig is en beschermd moet worden. Dat de Bijbel glashelder zou bewijzen dat wij als mensen niet op de stoel van God moeten gaan zitten. Maar is dat eigenlijk wel zo? Waar staat dat precies?
Vaak worden Genesis 38, Jeremia 1 en Psalm 139 erbij gehaald. Dus laten we beginnen met Onan en Tamar. Onan’s oudere broer, Er, overlijdt, en volgens de wet van het leviraatshuwelijk moet Onan voor nageslacht zorgen met zijn schoonzus Tamar. Maar Onan ziet dat niet zitten—dat kind zou immers niet als de zijne gelden, maar als de erfgenaam van zijn overleden broer.
Dus wat doet hij? Hij neukt wel, maar zorgt ervoor dat er niks wordt bezegeld. Geen nageslacht, geen erfgenaam, geen verdeling van land. God vond dat een behoorlijke rotstreek, want zonder erfgenaam zou het bezit van Tamar verdwijnen in de mannelijke lijn van de familie. En dus sterft Onan. Niet omdat hij zijn zaad verspilde, maar omdat hij weigerde zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Juda, hun vader, belooft dan dat zijn jongste zoon, Sela, uiteindelijk met Tamar zal trouwen. Maar als Sela oud genoeg is, houdt Juda zich niet aan zijn woord. En zo blijft Tamar achter zonder toekomst, zonder rechten, zonder mogelijkheden. Het idee dat Onan’s verhaal iets met een verbod op anticonceptie of abortus te maken heeft, laat vooral zien hoe weinig mensen kijken naar de context. Het gaat hier helemaal niet om ‘leven beschermen’, maar om een vrouw die keihard in de steek werd gelaten. En dus doet Tamar wat ze moet doen om te overleven: ze vermomt zich als prostituee en verleidt haar eigen schoonvader. Want als niemand zich aan de regels houdt, dan speelt ze het spel gewoon zelf.
Juda erkent uiteindelijk dat Tamar "rechtvaardiger was dan hij" (Gen. 38:26), omdat hij haar simpelweg had laten stikken. Want dat is de kern: dit verhaal draait niet om abortus of anticonceptie, maar om een vrouw waar niet voor werd gezorgd. Naast het fucked up gegeven dat vrouwen in die tijd puur als broedmachines werden gezien—iets wat gelukkig nu anders is. Kortom, er is bijbels gezien tot nu toe helemaal geen sterk pleidooi tegen abortus.
Jeremia 1 vers 5 gaat over hoe God de naam van de profeet wist voordat hij bestond, en zijn naam al kende. In Psalm 139:13-18 laat David vol ontzag erkennen, hoe God hem al in de moederschoot vormde en zijn dagen kende nog vóór hij geboren werd. Hij prijst de wonderlijke schepping van het leven en verwondert zich over Gods onmetelijke grootheid en voortdurende nabijheid. Deze woorden benadrukken de kostbaarheid van het bestaan, maar vormen op zichzelf geen expliciet pleidooi tegen abortus. Ze spreken vooral over Gods betrokkenheid bij het leven, vanaf het allereerste begin.
Je zou kunnen concluderen dat je daarom je niet in dat proces zou mogen mengen, maar dan trek je de tekst uit Bijbelse context. In dezelfde Psalmen verheerlijkt Koning David in Psalm 137: 8-9 genocide:“Dochter van Babel, die verwoest zult worden, die u tegen ons begaan hebt. Welzalig is hij die uw kleine kinderen grijpen en tegen de rots verpletteren zal.”
Daarnaast in Hosea 13:16 (in sommige vertalingen Hosea 14:1) kunnen we dit lezen:
"Samaria zal moeten boeten, want het heeft tegen zijn God gerebelleerd. Hun kinderen zullen verpletterd worden, en hun zwangere vrouwen zullen worden opengereten."
Misschien zie ik het verkeerd, maar het lijkt er nou niet bepaald op dat het leven altijd heilig is in de Bijbel, en dat er nooit aan getoornd mag worden.
Sterker nog, in Numeri 5:11-31, in de wetten van Mozes, staat een van de meest controversiële passages over abortus. In dit ritueel wordt een vrouw die verdacht wordt van overspel getest door haar een bittere drank te laten drinken. Als ze schuldig is, zou ze een "opgezwollen buik" krijgen en een "miskraam" of "onvruchtbaarheid" ondergaan. Met andere woorden: Een vrouw vergiftigen zodat ze een miskraam krijgt. Dit is gewoon een voorloper op abortus.
Ook in Prediker 6:3-5 wordt uitgelegd dat geboren worden niet altijd de grootste zegen is:
" Indien een man honderd kinderen gewon, en vele jaren leefde, zodat de dagen zijner jaren veel waren, doch zijn ziel niet verzadigd werd van het goed, en hij ook geen begrafenis had; ik zeg, dat een misdracht beter is dan hij. Want met ijdelheid komt zij, en in duisternis gaat zij weg, en met duisternis wordt haar naam bedekt. Ook heeft zij de zon niet gezien, noch bekend; zij heeft meer rust, dan hij."
Als je alles bij elkaar optelt, is het eigenlijk best vreemd dat de Bijbel vaak wordt aangehaald als keihard bewijs tegen abortus. De teksten die daarvoor worden gebruikt—het verhaal van Onan, Psalm 139—gaan daar helemaal niet over. Ze draaien om erfopvolging, sociale structuren en hoe de mens zich verhoudt tot God. En dan hebben we nog de passages waarin ongeboren leven juist als nevenschade van oorlog wordt beschreven, of zelfs als een door God verordende straf.
Waar vrij weinig naar verwezen wordt, maar een sterkere casus zou maken tegen abortus dan al die andere teksten, is Exodus 21:22-25: "Wanneer mannen vechten en daarbij een zwangere vrouw treffen, zodat haar kinderen voortijdig geboren worden, maar er geen dodelijk letsel is, dan moet de overtreder de boete betalen die de echtgenoot van de vrouw hem oplegt, en hij moet die geven volgens de uitspraak van de rechters. Maar als er wel dodelijk letsel is, dan moet u geven leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, brandwond voor brandwond, wond voor wond, striem voor striem."
De essentie hier draait om de echtgenoot, wiens eigendom is beschadigd. Veel theologen interpreteren dit zo dat de man de doodstraf krijgt als de vrouw van de ander overlijdt, maar dat bij de foetus er slechts een geldboete wordt opgelegd. Naast dat veel rabbijnen zo ook de tekst uitleggen, lijkt dit historisch ook waarschijnlijk, als we bijvoorbeeld kijken naar Codex Hurambi uit Mesopotamië. Daar staat namelijk dit voorval exact zo in de wet. Ook Flavius Josephus legt deze tekst uit Exodus op die manier uit. Kortom lijkt het niet de gebruikelijke uitleg dat de foetus als volwaardig leven wordt gezien.
Laten we voor het gedachte experiment uitgaan van een scenario, waarin het om een levensvatbare foetus gaat, die dan wordt geboren. In dat geval ontvangt de man een schadevergoeding—niet de vrouw en niet het toekomstige kind. Dus bij de dood van de foetus gaat het ook om de eer van de man. Plaatsen we dit binnen de context van Numeri 5, zien we een duidelijke lijn: als de vrouw ontrouw is geweest, is het kind niet zijn erfgenaam en daarmee niet zijn 'bezit.' In die tijd betekende dat onherroepelijk dat het kind niet kon blijven bestaan. Abortus was in dit kader dus in het belang van de man.
Abortus is een ingewikkeld en persoonlijk vraagstuk, en als de Bijbel ergens over spreekt, dan is het juist over de complexiteit van het leven en de morele dilemma’s die daarbij komen kijken. In plaats van teksten te buigen naar wat we willen horen, zou het eerlijker zijn om te erkennen dat de Bijbel geen eenduidig antwoord geeft.
Hoe zat het met andere culturen in verband met abortus en de tijdsgeest? In de oude wereld bestonden er uiteenlopende methoden om een zwangerschap te beëindigen. Mesopotamische en Egyptische medische teksten beschrijven mengsels van kruiden, harsen en honing, soms verwerkt in pessaria of ingenomen met wijn. De effectiviteit van deze middelen blijft onzeker, maar hun gebruik wijst op een breed gedragen behoefte.
Als je de bijbel serieus hebt gelezen, is het misschien opgevallen God met zowel El als Jahweh wordt aangesproken. In de vroege Israëlitische religie werden de godheden El en Jahweh aanvankelijk als afzonderlijk beschouwd. El, bekend uit de Kanaänitische traditie, fungeerde als oppergod en schepper, terwijl Jahweh mogelijk zijn oorsprong vond in zuidelijke regio's zoals Midian en Edom. Door een proces van religieus syncretisme werden deze twee godheden geleidelijk samengevoegd, waarbij Jahweh de eigenschappen en titels van El overnam.
Dit leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van het monotheïstische geloof in Jahweh als de enige ware God binnen het jodendom. Hoewel we niet met absolute zekerheid kunnen stellen dat het bittere water, dat een mogelijk overspelige vrouw moest drinken, een afgeleide was van de Mesopotamische abortuspraktijken, is het wél opvallend dat aartsvader Abraham zelf uit Mesopotamië kwam. In die regio kende men immers een andere beproeving bij overspel: de beschuldigde moest in een stromende rivier springen—overleefde ze, dan was ze onschuldig. Water had in religieuze contexten sowieso al een reinigende functie. Hard bewijs voor een directe medische kennisoverdracht ontbreekt, maar de mogelijkheid valt zeker niet uit te sluiten. Bovendien zijn er duidelijke overeenkomsten tussen de wetten in de Codex Hammurabi en de voorschriften in de Tora.
Dit is een mooi moment om in te springen op hoe het jodendom, die dezelfde Numeri 5 in hun Thora heeft staan, denkt over abortus. In het jodendom staat het welzijn van de moeder voorop: abortus is toegestaan als haar fysieke of mentale gezondheid in gevaar is. In de Talmud (Yevamot 69b) kunnen we lezen dat een foetus wordt tot 40 dagen nog niet als zelfstandig leven gezien. Orthodoxe stromingen zijn strenger, terwijl liberale joden meer ruimte laten. Dit bevestigt weer dat Exodus 21: 22-25 waarschijnlijk voor een dode foetus een boete eist, en voor de dode vrouw de doodstraf.
Vanuit onze westerse bril lijkt het onwaarschijnlijk, maar toch staat de islam liberaler tegenover abortus. Volgens een hadith uit Sahih al-Bukhari en Sahih Muslim verloopt de schepping van de mens in drie fasen van 40 dagen: eerst een zaaddruppel, dan een bloedklonter en vervolgens een vleesklompje. Na 120 dagen wordt de ziel (rūḥ) ingeblazen. Dit vormt de basis voor islamitische discussies over abortus, waarbij sommige scholen vóór 120 dagen meer ruimte laten voor uitzonderingen. Dit verklaart wel waarom moslims zich niet echt mengen in het debat, aangezien 120 neerkomt op 17 weken zwangerschap.
Beide Abrahamitische religies hebben dus ruimte voor abortus. Houd er wel rekening mee dat beiden in ieder geval oorspronkelijk een patriarchale structuur hadden, en dat wat de man wilde uiteindelijk doorslaggevend was. Dit is gelukkig tegenwoordig anders en zeker liberale islamitische geleerden vinden dat die keuze bij de vrouw ligt. Hoe dan ook is het opvallend dat orthodoxe christenen strenger zijn, zonder dat het theologisch goed te onderbouwen is.
Wetten in het oude Nabije Oosten richtten zich vooral op schadevergoeding aan de mannelijke familieleden bij een miskraam door geweld. In Assyrië kon een vrouw die zelf abortus pleegde zelfs ter dood worden veroordeeld. Griekse en Romeinse bronnen tonen een bredere acceptatie: Hippocratische teksten geven gedetailleerde recepten, terwijl filosofen als Aristoteles abortus tot een bepaald ontwikkelingsstadium van de foetus verdedigden.
Hoewel Romeinse wetten abortus niet expliciet verboden, konden vrouwen worden gestraft als hun man tegen de ingreep was. De afwezigheid van een universeel verbod suggereert dat abortus vooral als een familiaire kwestie werd beschouwd, waarbij sociale en juridische normen de praktijk bepaalden.
In het Zoroastrisme en Hindoeïsme wordt abortus als onaanvaardbaar beschouwd, behalve als de moeder in gevaar is, maar om verschillende redenen. Het zoroastrisme ziet de beëindiging van een zwangerschap als onrein en als vernietiging van een intrinsiek (Fargard 15, Vendidâd) goed leven, terwijl het hindoeïsme het beschouwt als karmisch belastend en een verstoring van reïncarnatie. Dit geldt ongeacht de duur van de zwangerschap, maar vanaf vier maanden en tien dagen wordt de foetus als volledig bezield beschouwd in het Zoroastrisme, wat de zonde nog zwaarder maakt. Beide religies hanteren een universele orde (Asha en Dharma), maar verschillen in hun geloof in God, profeten en het hiernamaals. In het zoroastrisme kan Ahura Mazda zonden vergeven, terwijl het hindoeïsme vertrouwt op karmische gevolgen.
Opvallend dat ideologisch de SGP en andere orthodoxe christenen meer overeenkomsten met het monotheïstische Zoroatetisme hebben, dan met het Jodendom en Islam. Hoewel de religie veel invloed heeft gehad op alle drie, zou je verwachten dat orthodox christendom qua abortus meer overeen zou komen met de andere twee. Ook omdat de Tenach qua inhoud overeenkomt met het Oude Testament.
Wat we hier zien, is geen universeel religieus verbod op abortus, maar een historisch patroon: de beslissing over een zwangerschap lag vrijwel altijd bij mannen. Als abortus in de geschiedenis werd toegestaan, was dat zelden uit zorg voor de vrouw, maar vooral omdat het een mannelijke autoriteit diende. Dat vrouwen beter niet dood konden gaan, zou nogal logisch moeten zijn, hoewel sommige landen in onze westerse beschaving dit ook niet snappen. Wanneer vrouwen vandaag zelf die keuze willen maken, roept dat weerstand op. Niet omdat de Bijbel hier eenduidig over is, maar omdat het doorbreekt wat eeuwenlang de norm was: dat een vrouw niet over haar eigen lichaam beslist.
Misschien is dat wel de echte reden achter de felheid van het debat. In de Bijbel staat nergens expliciet: "Gij zult geen abortus plegen." Alleen in een situatie waarin een zwangere vrouw slachtoffer wordt van een gevecht tussen twee mannen, is er kans op de doodstraf. Zelfs dan draait het nog steeds om de man: hij bepaalt of hij een schadevergoeding ontvangt of dat de dader gedood mag worden. Sterker nog, een hogepriester kan een vrouw een drank laten drinken die een miskraam veroorzaakt, als haar man twijfelt of het kind wel van hem is. Het ging nooit om de vrouw, altijd om de man.
Wat wel duidelijk wordt, is dat de manier waarop abortus door de eeuwen heen werd benaderd, vooral voortkwam uit patriarchale structuren waarin de rechten van mannen zwaarder wogen dan die van vrouwen. Het is dan ook geen toeval dat de felheid van het hedendaagse debat niet zozeer voortkomt uit religieuze teksten zelf, maar uit de diepgewortelde hoop om de controle weer te herpakken.
Als we de Bijbel écht serieus nemen, zouden we dan niet juist recht moeten doen aan de complexiteit en morele nuances die erin staan? In plaats van losse verzen te gebruiken om een vooraf ingenomen standpunt te bevestigen, zouden we kunnen erkennen dat het vraagstuk van abortus—net als in de Bijbelse tijd—afhangt van context, omstandigheden en de rechten van de betrokkenen. En misschien betekent dat wel dat de enige eerlijke conclusie is: het is niet aan ons om voor een ander te beslissen.
Comments