We kennen het Russische spel: cyberaanvallen, desinformatie, sabotage van onderzeese kabels. Standaard hybride oorlogsvoering. Maar onder de radar speelt een gevaarlijkere laag: fysieke sabotage, terrorisme, gerichte aanslagen. Brandstichtingen, brievenbommen, moordaanslagen op defensiebedrijven—geen open oorlog, maar pure ontwrichting. Terwijl Europa focust op digitale dreigingen, verlegt Moskou de strijd naar de fysieke wereld. Niet meer aan de randen van het continent, maar midden in Europa.
Eind 2022 begon de escalatie. In Spanje ontploften brievenbommen bij de Oekraïense ambassade, het ministerie van Defensie en een wapenfabrikant. Een beveiliger raakte gewond, andere pakketten werden op tijd geneutraliseerd. Westerse inlichtingendiensten zagen een gecoördineerde operatie: angst zaaien, militaire steun ondermijnen. Spanje verhoogde de beveiliging, maar de daders bleven buiten schot.
Begin 2023 werd in Riga het Holocaustmonument beklad met een pro-Russische ‘Z’. Een cynische provocatie, gericht op historische pijnpunten in de Baltische staten. In februari 2024 volgde een poging tot brandstichting in het Lets Bezettingsmuseum—een aanval op de herinnering aan de Sovjetonderdrukking. Een maand eerder was een monument voor een Letse partizanenleider al beklad met Sovjet-symbolen. De boodschap was helder: Rusland herschrijft de geschiedenis en zaait verdeeldheid, met verf en vuur als wapens.
Het patroon herhaalde zich in het VK. Russische Telegram-kanalen riepen op tot aanvallen op moskeeën en moslims, betaald in crypto. Eerst graffiti, daarna oproepen tot mesaanvallen en zelfgemaakte bommen. QR-codes naar extremistische netwerken verschenen op straat, terwijl chatgroepen handleidingen deelden voor 3D-geprinte wapens. Britse inlichtingendiensten sloegen alarm: rekrutering was gaande, aanslagen lagen op de loer. Met de ramadan in aantocht groeide de dreiging.
Rusland trok de touwtjes strakker aan. Mei 2024: in Polen werd een Oekraïner opgepakt die een Pool betaalde om militaire transporten te fotograferen. Daarnaast werden drie mannen—een Pool en twee Belarussen—gearresteerd voor brandstichting in opdracht van Russische inlichtingendiensten. Polen, een cruciale schakel in de wapenleveringen aan Oekraïne, bleek opnieuw doelwit.
Juni 2024: Praag. Een brandstichting in een busremise werd op het laatste moment verijdeld. De dader, een 26-jarige Zuid-Amerikaan, werd opgepakt en aangeklaagd voor terrorisme. Volgens premier Petr Fiala was de aanval gefinancierd door Rusland. Doel? Chaos creëren, vertrouwen ondermijnen. Tsjechië, fervent Oekraïne-steuner en NAVO-lid, was geen toevallige prooi.
Juli 2024: Parijs. Bij de Eiffeltoren doken vijf doodskisten op, bedekt met de Franse driekleur en de boodschap: "Franse soldaten in Oekraïne." De timing? Perfect: precies tijdens het debat over militaire steun aan Kyiv. Kort daarvoor werd het Holocaustmonument in Parijs beklad met rode handafdrukken. DGSE zag een patroon: subtiele manipulatie, hybride oorlogsvoering. Drie verdachten—een Bulgaar, een Duitser en een Oekraïner—werden gearresteerd. Hun verhaal? Ze waren slechts ingehuurd. Franse autoriteiten vermoedden anders.
In dezelfde maand: Leipzig en Birmingham. Brandbommen ontploffen in DHL-logistieke hubs, verstopt in schijnbaar onschuldige pakketjes. Geen willekeurige aanval, maar een test. Westerse inlichtingendiensten ontdekten dat de bommen waarschijnlijk bedoeld waren om te onderzoeken of soortgelijke aanslagen op trans-Atlantische vluchten konden worden uitgevoerd. De pakketten, verstuurd vanuit Litouwen, leidden tot zes arrestaties. Poetin verhoogde de inzet. Europa? Keek toe. Russische sabotage breidde zich uit: explosies in distributiecentra, brandstichtingen in defensiefabrieken, sabotage van onderzeese kabels. Zelfs een moordaanslag op de CEO van Rheinmetall werd verijdeld.
Ondertussen escaleerde de Russische sabotage in Letland. Ook in juli onthulden Letse autoriteiten een door Russische inlichtingendiensten gecoördineerd sabotagenetwerk. Lokale inwoners werden gerekruteerd om brandstichtingen en andere destabiliserende acties uit te voeren. De operatie paste in een bredere strategie van desinformatie en infiltratie, bedoeld om de Letse samenleving te ondermijnen.
De moordaanslag op Armin Papperger, CEO van Rheinmetall, was geen losstaand incident. Amerikaanse inlichtingendiensten ontdekten het complot en waarschuwden Duitsland op tijd. Rheinmetall, een van de grootste wapenleveranciers aan Oekraïne, stond al langer op de Russische radar. De fabriek die het bedrijf in Oekraïne wilde bouwen, werd door Dmitri Medvedev openlijk bedreigd. Duitse en NAVO-functionarissen waarschuwden: dit was onderdeel van een bredere Russische campagne van sabotage, cyberaanvallen en politieke intimidatie. Maar Berlijn reageerde terughoudend. Te voorzichtig.
Zelfs heeft Rusland zich met de Duitse verkiezingen geprobeerd te bemoeien. Februari 2025: Russische agenten hebben minstens 270 auto's in Duitsland gesaboteerd door uitlaten vol te spuiten met purschuim. De daders plakten stickers met leuzen van de Groenen en beelden van minister Habeck op de voertuigen—een klassieke ‘false flag’-operatie. Duitse media en politici trapten er even in: boze autobezitters, beschuldigende vingers richting klimaatactivisten. Maar onderzoek onthulde de ware daders: Russische sabotage-eenheden, gericht op het ontwrichten van Duitsland van binnenuit.
Uit onderzoek van de Universiteit Leiden blijkt hoe ver Rusland bereid is te gaan. De afgelopen jaren vonden minstens 56 Russische sabotagepogingen in Europa plaats—waarvan 37 alleen al in 2024. De rode draad? Chaos zaaien, angst aanwakkeren, steun voor Oekraïne ondermijnen. Waar eerst Polen en de Baltische staten het doelwit waren, verschuift de focus nu naar Duitsland en Frankrijk. De patronen zijn onmiskenbaar, de methoden steeds brutaler.
Volgens hoogleraar Bart Schuurman is dit geen reeks losstaande incidenten, maar een systematische campagne van hybride oorlogsvoering. Sabotage van kritieke infrastructuur, infiltratie van extremistische netwerken, gerichte moorden—alles wijst op een doelbewuste strategie. De vraag is niet langer óf, maar wannéér Europa zich hiertegen gaat verdedigen. Want zolang Moskou straffeloos kan opereren, blijft het testen hoe ver het kan gaan.
Europa zit midden in een sluipende oorlog—niet op slagvelden, maar in de straten van Parijs, de logistieke hubs van Duitsland en de politieke zenuwcentra van Europa. Cyberaanvallen en het doorsnijden van onderzeese kabels kennen we, maar de recente golf van fysieke sabotage bewijst dat de strijd een nieuwe fase is ingegaan. Brandstichtingen, bomaanslagen, moordaanslagen, gewelddadige provocaties—de Russische dreiging is geen abstract gevaar meer. Dit is geen schaduwspel. Dit is gericht, strategisch en steeds brutaler. De vraag is niet óf Europa zal reageren, maar hoe lang het nog wegkijkt terwijl de oorlog zich onder zijn voeten voltrekt.
Comments