top of page
Zoeken

Meta-ironie: de sluiproute van extremisme

  • Foto van schrijver: Frame out
    Frame out
  • 23 jan
  • 7 minuten om te lezen

Humor, dames en heren, is een prachtig middel. Het is de olie die het raderwerk van het leven soepel houdt. Neem mijn dochtertje van zeven. Ze ligt helemaal dubbel van die Skiwi’s en Skinaasappels die van de berg af rollen. Geweldig toch? Humor kan zelfs de zwaarste onderwerpen draaglijk maken en helpt ons vaak meer dan we beseffen om het leven lichter te nemen.


Toch ontkomen we niet aan de veranderende tijden. Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam laat zien dat gewelddadige humor bij jongeren steeds minder in de smaak valt. Een goede ontwikkeling, zou ik zeggen. In plaats daarvan wint ‘coping humor’ – humor om moeilijke situaties te verzachten – terrein. Maar natuurlijk zijn er verschillen. Uit internationaal onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat mannen meer gecharmeerd blijven van agressieve humor dan vrouwen. Tja, dat verbaast me niets.


Mannen zoeken nu eenmaal vaker de grens op. Of het nou gaat om jeugdige streken – met een matras van de trap af sleeën, wie heeft het niet gedaan? En ja, die onvoorspelbaarheid kan soms een glimlach op je gezicht toveren. Denk aan mannen die demonstratief Fristi drinken, niet omdat het moet, maar omdat het kan. Dat heeft toch ook iets vermakelijks, nietwaar? Toch moeten we ook kunnen bespreken wat voor gevolgen het heeft als deze factoren totaal ontsporen, zeker op het internet.


Er lijkt een vreemde dynamiek gaande in de extremistische memecultuur. Een traditionele alliantie? Dit zijn geen behoudende krachten, maar revolutionaire bewegingen die allesbehalve aan traditie vasthouden. Niet alles wat oud aandoet, is conservatief. Het is goed om dat onderscheid scherp te houden.


Wat wel duidelijk is, dames en heren, is dat mannen hierin de boventoon voeren. Dat is niet meer dan logisch. Of we het nu hebben over de Taliban, waar vrouwen nauwelijks rechten hebben en sociale media een gesloten bolwerk blijft, of over extreemrechts, dat inspeelt op een vermeend verlies van mannelijkheid – het zijn vooral mannen die dit soort bewegingen voeden en vormen.


Een meme van de Taliban
Een meme van de Taliban

Hussein Kesvani, een onderzoeker van de University College London en auteur van Follow Me, Akhi, verwoordt het scherp. Hij zegt dat deze generaties zijn opgegroeid in de schaduw van de War on Terror. Dat conflict heeft een hele generatie getekend. En wat doe je dan, als je met zulke trauma’s worstelt? Je zoekt een uitlaatklep. Humor – vaak absurd en vervreemdend – wordt een manier om het onverteerbare toch te verwerken. Dat is niet vreemd, dat is menselijk.


Maar goed, dan zien we die beelden: mannen die eerst als ultraorthodoxe krijgers optraden, ineens in botsautootjes of met een ijsje in hun hand. Een draaimolen, dames en heren, om een overwinning te vieren. Dat is toch bijna niet te bevatten? Het voelt alsof ze ons in de maling nemen. Want ons beeld van een extremist is er niet één van een vrolijke grapjas. Extremisten, dachten we, worden woedend om een cartoon, niet dolblij in een pretpark. Dat soort tegenstellingen maakt het bijna onmogelijk om serieus te blijven. En misschien is dat wel precies wat ze willen: ons uit balans brengen.


(Image Credit: @AbdulhaqOmeri/Twitter)
(Image Credit: @AbdulhaqOmeri/Twitter)

Tja, dames en heren, soms gebeuren er dingen waarvan je denkt: "Kan het nog gekker?" Neem Elon Musk, de rijkste man op aarde, die met zijn beruchte Nazigroet de wereld verbaasde. Wat zagen we? Mensen schoten meteen in de verdediging: het moest wel een sociaal misverstand zijn, veroorzaakt door zijn autisme. Dat hij zich al langere tijd openlijk in extreemrechtse hoek beweegt, leek ineens minder relevant. Want laten we eerlijk zijn, het idee dat de rijkste man op aarde een sociale analfabeet zou zijn, voelt voor veel mensen comfortabeler dan de gedachte dat hij misschien precies wist wat hij deed. Zo werkt meta-ironie: het maakt de werkelijkheid zo dubbelzinnig dat we de uitleg kiezen die ons het beste uitkomt, of dat nu een gematigde Musk of een gematigde Taliban is.


We zijn gewend geraakt aan satire waarin extremisten belachelijk worden gemaakt – denk aan South Park, waar alles en iedereen op de hak wordt genomen. Maar de rollen lijken nu omgedraaid. Waar vroeger sarcasme en ironie werden gebruikt om extremisten te provoceren, zien we nu extremisten die de draak steken met óns. "Ik ben seksistisch en homofobisch! Wat wil je doen dan?" Dat soort reacties. De grens tussen wat serieus is en wat een grap is, vervaagt volledig. Het voelt alsof we aan het touwtrekken zijn met mensen die zelf bepalen wanneer het een grapje is en wanneer het bittere ernst wordt.


Neem de alt-right. Meta-ironie is daar altijd al een speerpunt geweest. Steve Bannon noemde Milo Yiannopoulos niet voor niets zijn ‘golden boy’ vanwege diens vermogen om met deze strategie te spelen. Later zagen we hetzelfde bij Nick Fuentes, die dacht slim te zijn met de slogan "your body, my choice". Maar toen duidelijk werd dat hij het serieus meende, ging het mis: de wereld doorzag hem en reageerde afkeurend. Het laat zien dat meta-ironie pas werkt als er twijfel blijft bestaan. Zolang je niet weet of iemand een nar is of een serieuze extremist, hebben ze vrij spel.


Tja, dames en heren, daar hebben we Kekistan. Een fictieve "natie", ontstaan in de krochten van het internet, vooral op plekken als 4chan. Het begon als satire, een parodie op identiteits- en nationalistische bewegingen. Maar zoals dat wel vaker gaat, kreeg het al snel een donkerder randje. Kekistan, en laten we Pepe the Frog niet vergeten – dat arme beest is uiteindelijk zo misbruikt dat de oorspronkelijke maker, Matt Furie, zijn eigen creatie heeft laten vallen. Dat zegt toch iets.


De Kekistan vlag
De Kekistan vlag


De Kekistanen, zoals ze zichzelf noemen, ontwierpen een vlag die een persiflage was op de swastika. Een grap, zogenaamd. In hun satire-wereld waren zij ‘groene suprematisten’, en het beschermen van memes was hun heilige missie. Alles kon worden afgedaan als een grap, als een meme. Maar daar zit juist het gevaar, dames en heren. Want onder dat mom van humor en ironie konden alt-right figuren Kekistan infiltreren. Met slogans als "Hitler did nothing wrong, kek. It’s just a meme, bruh!" werd de grens tussen satire en ernst volledig uitgewist. En zo kregen ze vrij spel.


Wat het nog pijnlijker maakt, is dat Kekistan oorspronkelijk niet eens door alt-right werd bedacht. Nee, het waren een paar zogenaamde ‘useful idiots’ – Jeff Holliday, Carl Benjamin, Habeeb Alaswad en Nick Goroff – die de bal aan het rollen brachten. Carl Benjamin, tegenwoordig een uitgesproken figuur binnen extreemrechts, gaf op 8 juni 2024 zelfs een speech op een JFVD-congres. Maar destijds waren deze heren vooral bezig met wat ze zelf zagen als onschuldige satire. Ze dachten dat het wel los zou lopen. Fout gedacht.


De VPRO heeft er met Tegenlicht een documentaire over gemaakt, waarin Jeff Holliday kritisch werd ondervraagd. Misschien niet kritisch genoeg, zeggen sommigen. Maar het heeft hem ongetwijfeld aan het denken gezet. Want waar hij en zijn vrienden zichzelf als grappenmakers zagen, waren de mensen van alt-right bloedserieus. Daar zit de ironie: de grap werd werkelijkheid. En wat begon als satire eindigde als een clusterchaos waarin niemand meer wist wat echt was en wat niet.


Laten we even naar YouTube kijken, dames en heren. Nick Goroff heeft zijn weg gevonden als schrijver en acteur, en Jeff Holiday houdt zich nu bezig met het ontkrachten van pseudowetenschap. Habeeb Alaswad lijkt een andere koers te hebben gekozen en werkt, zover ik kon vinden, als fotograaf in Dubai. Een verstandig besluit, zou je kunnen zeggen, om het digitale strijdtoneel achter zich te laten. Ik voel ook geen enkele behoefte om hier dieper in te graven. De man lijkt een leven buiten het internet op te willen bouwen, en dat verdient respect.


Maar goed, het roept de vraag op: zou iemand als Musk ooit Kekius Maximus zijn geweest zonder dit soort figuren? Of zou alt-right gewoon iets anders hebben verzonnen? Dat soort gedachten houdt ons scherp.


Als we dit zo bekijken, zien we parallellen met wat er bij Forum voor Democratie is gebeurd. Die partij heeft lange tijd gebalanceerd op de grens tussen fascistische retoriek en meta-ironie. Niemand wist precies wat serieus bedoeld was en wat een grapje was. Uit persoonlijke interesse heb ik die partij destijds wat nauwkeuriger gevolgd en gesproken met leden en oud-leden. En wat blijkt? Er zijn verhalen die te bizar lijken om waar te zijn. Zoals het moment dat iemand tijdens het roken een sigaret wilde lenen en de opmerking maakte: "Het zijn wel Davidoffs, hè?" Een kleine antisemitische knipoog, zogenaamd luchtig bedoeld. Maar stel je een kritische vraag, dan krijg je meteen te horen dat je wat meer humor moet hebben. "Natuurlijk bedoelde ik het niet zo", zeggen ze dan.


Het laat zien hoe makkelijk extremisme zich kan verschuilen achter humor en ironie. Het is dan ook niet vreemd dat figuren als Henk Otten en Sonny Spek in eerste instantie niet doorhadden in welke fuik ze terechtkwamen. De absurditeit van wat er wordt gezegd, maakt het lastig om te geloven dat iemand het serieus meent. Alleen monsters denken zulke dingen, toch? Maar daar zit precies het probleem. We zijn vergeten dat extremisme niet het werk is van monsters, maar van mensen. Heel gewone mensen zelfs.


Kijk naar Ilse Koch, de beruchte heks van Buchenwald. Zij voerde in haar verdediging aan dat ze toch zo’n doodgewone vrouw was. En dat, dames en heren, is de kern van het gevaar. We blijven denken dat het kwaad door monsters wordt uitgevoerd, Het extremisme van vandaag verstopt zich achter grappen, ironie en de façade van normaliteit. Het is aan ons om scherp te blijven en die sluiers te doorzien.


Laten we eerlijk zijn, dames en heren: we hebben onszelf hier behoorlijk in de voet geschoten. We zijn vergeten dat kwaad niet alleen het werk is van groteske schurken of domme tokkies. Nee, het zijn vaak heel gewone mensen die extremisme mogelijk maken. En misschien is dat wel het meest ongemakkelijke besef. Dat mensen hierin verzeild raken door iets wat juist heel menselijk is – humor, bijvoorbeeld – maakt het des te bizarder.


Waar extremisme vroeger bloedserieus was, met een toon van bittere ernst, heeft het vandaag de dag een andere gedaante aangenomen. Het begon, zoals ik eerder schreef, als een verzet tegen een bepaalde vertrutting van de samenleving. Wat begon als luchtige ironie, groeide uit tot een platform waarachter steeds serieuzere ideeën zich konden verschuilen. Het is die vervaging tussen grap en ernst die de kern van het gevaar vormt.


In mijn vorige longread heb ik dit onderwerp al uitgebreid besproken. Daar legde ik uit hoe deze veranderingen zich hebben ontwikkeld en welke rol humor en ironie hierin spelen. Ik zal die longread ook toevoegen aan de linkjes, zodat u het zelf kunt nalezen. Want dames en heren, hoe vreemd het ook klinkt, de kracht van extremisme zit tegenwoordig in het vermogen om normaal en herkenbaar over te komen. Dat maakt het juist zo verraderlijk. Je komt erachter wat normale mensen kunnen doen, als de ander in een kwaad daglicht staat.



Humor onder jongeren:


Humor en sekse:


Mannen en extremisme:






Taliban:







Kekistan:











Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page